Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [23]Er was niets in de ark, dan [24]alleen de twee stenen tafelen, die Mozes bij Horeb daarin gelegd had, als de HEERE [25][een verbond] maakte met de kinderen Israels, toen zij uit Egypteland uitgetogen waren. 23. Zie Deut.10:5. 24. De woorden des apostels, door welke hij schijnt te zeggen, Hebr.9:4, dat in de ark ook geweest is de gouden kruik met manna en de staf van Aaron, die gebloeid had, moet men aldus verstaan, dat ze in dezelfde plaats van den tabernakel, waar de ark was, ja bij dezelve geweest zijn, Ex.16:34; Num.17:10. Gelijk het woord in dikwijls voor bij genomen wordt, gelijk Joz.5:13, en Joz.10:10, enz., ja zelfs hier in vs.9 in Horeb, voor, bij Horeb. 25. Gelijke manier van spreken, in welke dit woord verzwegen wordt, vindt men 1 Sam.20:16, en 1 Sam.22:8; 2 Kron.5:10.